Overzicht jaarprogramma 2018/2019; alle lezingen zijn in het Oranje Hotel te Leeuwarden.
Door naar beneden te scrollen volgt nadere informatie over de spreker en het onderwerp.
29 september om 14.00 uur:
Carmen Hoek : De moderne kijk op ons heelal: Stephen Hawking
Prof. dr. Inga Kamp: Van moleculen tot planeten
27 oktober om 14.00 uur:
Jurjen Boersma: Project Mercury
Jacob Kuiper: Zoektocht naar meteorieten in de Nubische woestijn
31 oktober 2018 van 19.30 – 21.30 uur: 1e waarneemavond:
Galgeheech 7b te Rinsumageast (tussen Leeuwarden en Dokkum). Reserve-avonden: 7 november en 14 november
24 november om 14.00 uur:
Wicher van der Heide: weer- en sterrenkunde op websites
Dr. Rob H. van Gent: De sterrenkunde in de islam
26 januari om 14.00 uur:
Henk Nieuwenhuis: Zelf een meteoriet vinden
Prof. Kees de Jager: Levensloop en levenseinde van de zon
30 januari 2019 van 19.30 – 21.30 uur: 2e waarneemavond:
Galgeheech 7b te Rinsumageast (tussen Leeuwarden en Dokkum). De reserve-avonden zijn 6 februari en 13 februari
23 februari om 13.30 uur (!): ledenvergadering. Om 15.00 uur:
Algemene ledenvergadering
Dr. Maarten J.J.E. Loonen: Onderzoek naar klimaatverandering, atmosfeer en heelal in de poolgebieden
30 maart om 14.00 uur:
Wicher van der Heide: Galileo Galilei
Dr. Sebastiaan de Vet: De geologie van de planeten
13 april: ledenexcursie. De bestemming is nog onbekend.
29 september 2018 om 14.00 uurEden Oranjehotel (Hampshire) Leeuwarden |
|
Voorprogramma
|
|
Om het heelal op fundamenteel niveau te begrijpen moeten we niet alleen weten hoe het heelal zich gedraagt, maar ook waarom het zich zo gedraagt. Waarom is er iets in plaats van niets? Waarom bestaan wij? Waarom voldoet het heelal aan een specifieke verzameling wetten? Dat is de ultieme vraag van het leven, van alles. In deze lezing bespreekt Carmen deze vragen aan de hand van de theorieën ontwikkeld door Stephen Hawking. Hoe antwoordde hij op de vraag naar de schepping van het universum met de M-theory? Volgens hem is ons heelal niet het enige, maar zijn er talrijke, uit het niets geschapen. Elk heeft vele mogelijke geschiedenissen en vele mogelijke toekomsten. De meeste van deze universa zullen sterk afwijken van datgene dat wij waarnemen en zullen totaal ongeschikt zijn voor het herbergen van wat voor vorm van leven dan ook. Wij kiezen uit al deze heelallen diegene die verenigbaar zijn met ons waarneembare heelal. Hoewel we in kosmisch opzicht klein zijn, is ons leefbare heelal een belangrijke uitzondering in het scala aan universa.Carmen Hoek, afkomstig uit Harlingen, is nu tweedejaars studente natuur- en sterrenkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Al in de derde klas vwo behaalde ze de finale van de Nederlandse Sterrenkunde Olympiade en in 2017 behaalde ze in deze wedstrijd de prachtige tweede prijs. |
|
Hoofdlezing
|
|
In de ruimte zijn tot nu toe enkele honderden verschillende typen moleculen ontdekt. Simpele moleculen, zoals water, koolmonoxide en kooldioxide, maar ook complexere als azijnzuur en alcohol. Deze moleculen komen in ons zonnestelsel op veel plekken voor. Denk aan kometen, planeten en atmosferen. Buiten het zonnestelsel zijn ze bijvoorbeeld te vinden in ijle gassen tussen sterren en sterrenstelsels. Dr. Inga Kamp vertelt stap voor stap hoe deze bouwstenen tijdens de vorming van planetenstelsels op planeten als de aarde terecht zijn gekomen. Ook bespreekt zij hoe het leven op aarde mogelijk heeft kunnen ontstaan. Prof. Dr. Inga Kamp promoveerde in 1998 aan het Institut für Theoretische Physik und Astrophysik in Kiel. Tussen 2004 en 2007 heeft ze gewerkt voor de ESA in Baltimore en was ze als astronoom geassocieerd met de Hubble Space Telescope. In 2008 werd ze benoemd tot universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en sinds 2017 is ze als hoogleraar verbonden aan het Kapteyn instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze onderzoekt ster- en planeetvorming en de chemie van sterren. |
27 oktober 2018 om 14.00 uurEden Oranjehotel (Hampshire) Leeuwarden |
|
Voorprogramma
|
|
Project Mercury was het eerste Amerikaanse bemande ruimtevaartproject dat ook gerealiseerd werd, dit in tegenstelling tot andere op dat moment lopende projecten zoals bijvoorbeeld Dyna Soar. Het project liep van 1959 tot 1963 en resulteerde uiteindelijk in zes bemande vluchten (de apen niet meegerekend!). Mercury was het Amerikaanse antwoord op de Russische ruimtevaartsuccessen en je kunt wel zeggen dat de ruimterace toen al begonnen was. Het doel was om een Amerikaanse astronaut in een baan om de Aarde te brengen en hem tenminste drie omlopen te laten maken. Met de onlangs overleden astronaut John Glenn is dit uiteindelijk ook gelukt. Project Mercury heeft vooral in de begintijd veel ups en downs gekend wat nogal wat kritiek en hoon in de media opleverde. Achteraf is het natuurlijk wel verklaarbaar maar het was de tijd van de Koude Oorlog met alle bijbehorende paranoia. Mercury was er gewoon onderdeel van, evenals de Cuba-crisis en de Vietnam-oorlog. Al met al was het een fascinerende en spannende tijd voor de ruimtevaart, een tijd die helaas nooit weer terug komt. Jurjen Boersma is al jaren secretaris van onze vereniging Gemma Frisius en geïnteresseerd in alles wat met ruimtevaart te maken heeft. |
|
Hoofdlezing
|
|
Regelmatig komt de Aarde in haar baan soms kleine brokstukjes tegen die in de dampkring verbranden, de zogenaamde vallende sterren, officieel meteoren genaamd. Een enkele keer is het stukje steen of ijzer te groot om geheel te verbranden en kunnen er kleine fragmenten over blijven die dan ergens op aarde terecht komen. Deze meteorieten zijn waardevolle objecten voor nader wetenschappelijk onderzoek. Op 7 oktober 2008 kwam zo’n relatief groot brok ruimtepuin boven Afrika in de atmosfeer terecht. Amper 20 uur eerder had een Amerikaanse onderzoeker dit buitenaardse object met een gevoelige camera opgemerkt. Het was de eerste keer dat zoiets gebeurde. Vanuit De Bilt wist Jacob Kuiper, voordat de vuurbol boven Afrika verscheen, de bemanning van een KLM-Jumbo te informeren. Zij zagen in de donkere nacht de lichteffecten vanuit hun cockpit. Kleine fragmenten overleefden het vurige traject en regenden neer in de Nubische woestijn in Noordoost-Soedan. De Nederlandse astronoom Peter Jenniskens, werkzaam bij het SETI-Instituut in Californie, legde contact met de Soedanese professor Shaddad van de Universiteit van Khartoem. Samen zetten ze een aantal expedities op om naar de kleine stukjes meteoriet te zoeken. In drie expedities vonden ze enkele honderden stukjes zwarte steen. Begin december 2009 werd opnieuw een grote expeditie opgezet met 17 wetenschappers en 50 studenten uit vele landen. Uit Nederland kwamen vier deelnemers, waaronder Jacob Kuiper. Een bizarre rit dwars door de woestijn leverde uiteindelijk opnieuw heel veel nieuwe meteorieten op en aan de hand van de beelden kunt u zien hoe ze eruit zagen. Jacob Kuiper is hoofdmeteoroloog bij het KNMI en o.a. oprichter van Weather Pictures International. |
24 november 2018 om 14.00 uur
|
|
VoorprogrammaWicher van der Heide: weer- en sterrenkunde op websites |
|
HoofdlezingDr. Rob H. van Gent: De sterrenkunde in de islam |
|
Het Gouden Tijdperk van de islamitische sterrenkunde duurde vanaf de 8ste tot in de 18de eeuw. Gedurende deze periode bestudeerden wetenschappers overal in de tot de islam bekeerde regio’s nauwlettend de posities en de bewegingen van de zon, de maan, de planeten en de sterren. Deels uit godsdienstige motieven (berekening van de religieuze kalender en de bepaling van de gebedstijden) maar ook vanwege astrologische, filosofische en puur wetenschappelijke belangstelling. Hierbij werden oudere teksten uit het Grieks, Middelperzisch en Hindi naar het Arabisch vertaald, geassimileerd, uitvoerig becommentarieerd en waar mogelijk met nieuwere waarnemingen en inzichten aangevuld. In de lezing zullen diverse van deze aspecten belicht worden, o.a. hoe zij vanaf de 12de eeuw ook in de Europese sterrenkunde ingang vonden en dat ze zelfs tot op de dag van vandaag nog relevant zijn.
Rob van Gent (1953, Dordrecht) studeerde astronomie aan het Sterrenkundig Instituut Utrecht waar hij zijn PhD in astronomie haalde in 1989. |
26 januari 2019 om 14.00 uur
|
|
Voorprogramma
|
|
In ons kleine Nederland zijn tot nu toe zes meteorieten gevonden. Dat betekent dus dat ze niet voor het oprapen liggen. Het is zelfs zo dat de oudste vier gevonden zijn doordat men ze vanuit de ruimte op aarde heeft zien neerkomen. De jongste twee sloegen door een dak van een huis, één in 1990 en de laatste viel in 2017 door het dak van een tuinhuisje. “In de periode dat ik directeur/conservator van het Koninklijk Eise Eisinga Planetarium was zijn mij tientallen vermeende meteorieten onder ogen gekomen. De verhalen van deze vondsten waren vaak heel overtuigend maar niet één keer bleek dat het om een echte meteoriet ging. Omdat die verhalen vaak heel bijzonder en boeiend waren en soms ook wel wat lachwekkend wil ik daar in dit voorprogramma eens aandacht aan besteden”.
Henk Nieuwenhuis was conservator van het Eise Eisinga Planetarium, er is een planetoïde naar hem genoemd en hij is al jarenlang een enthousiast lid van onze vereniging Gemma Frisius. |
|
Hoofdlezing
|
|
De zon werd 4,7 miljard jaar geleden geboren in een compacte gaswolk. Misschien was het een zogenoemd Bok globule; hij zal in elk geval wel geboren zijn in een ‘reuze moleculaire wolk’. Het comprimeren tot een echte ster duurde ruim 10 miljoen jaren en vanaf toen werd de zonne-energie geleverd door de fusie van waterstof tot helium. Over ongeveer 7 miljard jaar is de kernenergie op en dan is het einde van de zon nabij. Hij zal gaan pulseren: uitzetten en inkrimpen met golvende bewegingen, met een periode van enkele honderden dagen, waarbij hij enkele honderden malen zo groot wordt als de zon nu is. De planeten Mercurius en Venus zullen dan opgeslokt zijn en een oververhitte geschroeide aarde raast langs zijn oppervlak. Als alle kernenergie op is stort hij ineen tot een zogenoemde witte dwerg. Het gas van de buitenste schillen wordt uitgestoten en toont zich aan ons als een bolvormige nevel. Dit heet een planetaire nevel. Er zijn planetaire nevels die uit meerdere schillen bestaan, wat erop kan duiden dat er sprake is geweest van meer dan één eindexplosie.
Prof. Kees de Jager is geboren in Nederlands-Indië. In 1939 ging hij aan de Universiteit van Utrecht wis-, natuur- en sterrenkunde studeren. Eind 1942 haalde hij het kandidaatsexamen. Tijdens de oorlog zat hij ondergedoken op de sterrenwacht De Sonnenborgh. In 1952 promoveerde hij bij Marcel Minnaert cum laude op een proefschrift met de titel The Hydrogen Spectrum of the Sun. Vervolgens is hij decennialang voornamelijk betrokken geweest bij zonneonderzoek. Hij heeft diverse ruimte-experimenten geleid ten behoeve van onderzoek naar zonnevlammen en sterrenvlammen. |
23 maart 2019 om 14.00 uur
|
|
Voorprogramma
|
|
Galilei (1564-1642) is vooral bekend geworden door zijn verdediging van het Copernicaanse heliocentrische wereldbeeld tegenover de Katholieke Kerk te Rome en zijn veroordeling door de inquisitie. Kan hij hierom als martelaar van de wetenschap worden beschouwd? Of spelen nog meer zaken een rol bij de veroordeling? In deze lezing komt ter sprake hoe Galilei tot zijn ondersteuning van het wereldbeeld van Copernicus kwam: door zijn waarnemingen van de vier grote manen van Jupiter, van de kraters op de Maan, van zonnevlekken, van de schijngestalten van Venus en van tienduizenden sterren van de Melkweg met behulp van een door hem verbeterde Hollandse kijker. Minder bekend is zijn experimenteel onderzoek naar drijvende voorwerpen, metingen aan de valbeweging en de slinger en zijn ontwerpen van de galilei-thermometer en de proportionaalpasser. Zo kan Galilei beschouwd worden als een van de grondleggers van de moderne natuurwetenschappen waarin fysieke experimenten de rol hebben overgenomen van gedachtenexperimenten volgens de leer van Aristoteles.Wicher van der Heide studeerde anorganische materiaalkunde (vastestofchemie) aan de TU Twente en was vervolgens 37 jaar docent natuurkunde in Dokkum. |
|
Hoofdlezing
|
|
Landschappen op vaste hemellichamen hebben fascinerend verhalen te vertellen. Ze ontstaan door de continue wisselwerking van landschapsvormende processen die van binnenuit en buitenaf het oppervlak van het hemellichaam vormgeven. Het planeetonderzoek probeert met een basis in het aardse landschap de vorming van de oppervlakken van planeten en andere hemellichamen af te leiden. Aan de hand van parallellen, experimenten en prachtige satellietbeelden wordt onderzocht wat het oppervlak van een rotsplaneet, zoals Mercurius of Mars, prijsgeeft over de 4,6 miljard jaar durende ontwikkeling van het hemellichaam. En dat je met wat landschappelijke kennis je niet hoeft te beperken tot de rotsachtige hemellichamen, bewijst de (dwerg)planeet Pluto. Op deze ijswereld doen de landschapsvormende processen zo bekend aan, dat het landschap in sommige opzichten lijkt op dat van een rotsplaneet. Ontdek in deze lezing hoe de geologie je op een andere manier naar de planeten en manen in het zonnestelsel leert kijken.
Sebastiaan de Vet (1984) is gepromoveerd planeetonderzoeker. Hij deed onderzoek met windtunnels, paraboolvluchten en centrifuges, en deed veldstudies in IJsland. Naast zijn wetenschappelijke werk geeft hij publiekslezingen en interviews over ruimteonderzoek. Hij was samen met André Kuipers en Govert Schilling betrokken bij het Omroep Maxprogramma Heel Nederland kijkt sterren, en is regelmatig te gast bij Zapplive en BNR Nieuwsradio.
|