Overzicht jaarprogramma 2017/2018. (Door naar beneden te scrollen volgt nadere informatie over de spreker en het onderwerp.)
30 september om 14.00 uur:
Carmen Hoek (finaliste Sterrenkunde Olympiade): De moderne kijk op het heelal, het gelijk van Einstein
Prof. Diederik Roest (RUG): The big bang theory – het laatste nieuws van de oerknal
28 oktober om 14.00 uur (in Burgum!):
Jurjen Boersma: Mariners naar Mars
Henk Nieuwenhuis (ex-conservator Planetarium Franeker): Gemma Frisius, een Friese geleerde
25 november om 14.00 uur:
Peter Elzinga: Bliksemfotografie
Dr. Ad Stoffelen (KNMI): Hoe hard waait het precies in een orkaan?
27 januari om 14.00 uur:
Albert van der Sluis: Astrodynamica
Prof. Mark Bentum (TUE): Olfar, de nieuwe radiotelescoop in de ruimte
24 februari om 13.30 uur (!): ledenvergadering. Om 15.00 uur:
Prof. Richard Strom (Sterrenwacht Beijing, University of Singapore): Gamma-stralers Geschiedenis en de stand van zaken
24 maart om 14.00 uur:
Wicher van der Heide: Een bezoek aan Hven, het eiland van Tycho Brahe
Drs. Marlies van de Weijgaert (RUG): New Horizons bezoekt Pluto, verkenner aan de horizon van ons zonnestelsel
28 april: ledenexcursie naar de Blaauw-sterrenwacht en SRON in Groningen
Excursie 2018
De ledenexcursie op 28 april 2018 bestaat uit een bezoek aan de Blaauw-sterrenwacht (Kapteyn Instituut, RUG) en SRON (Netherlands Institute for Space Research) in Groningen. Dit belooft een interessante dag te worden!
30 september 2017 om 14.00 uurEden Oranjehotel (Hampshire) Leeuwarden |
|
Voorprogramma
|
|
Afgelopen jaar was een belangrijk jaar in de sterrenkunde. Er werd, voor de natuurkunde, een zeer belangrijke ontdekking gedaan waarmee Einsteins algemene relativiteitstheorie van een eeuw geleden voor een gedeelte bewezen kon worden. In februari 2016 werden er namelijk zwaartekrachtgolven ontdekt. Deze zwaartekrachtgolven ontstonden toen twee zwarte gaten met elkaar in botsing kwamen. Voor het eerst in de geschiedenis werden deze golven waargenomen in de Verenigde Staten met behulp van de nieuw ontwikkelde LIGO- instrumenten. In deze lezing gaat Carmen in op het ontstaan en de oorsprong van deze zwaartekrachtgolven. Tevens bespreekt ze de impact van deze ontdekking op de toekomst van de sterrenkunde.Carmen Hoek heeft dit jaar haar vwo-diploma gehaald aan de RSG Simon Vestdijk te Harlingen. Ze gaat vervolgens wiskunde en sterrenkunde studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. Al in de derde klas vwo behaalde ze de finale van de Nederlandse Sterrenkunde Olympiade en ook dit jaar nam ze deel aan deze Olympiade en behaalde een prachtige tweede plaats! Haar vwo-eindopdracht (“pws”) had de titel Een moderne kijk op ons heelal over de Big Bang, Einstein en de snaartheorie. Dit pws dingt mee bij een prijsvraag uitgeschreven door de KNAW. | |
Hoofdlezing
|
|
Waarom geloven we in een Oerknal en hoe kunnen we er iets over te weten komen? In deze lezing gaan we dieper in op dit fascinerende onderwerp. We bespreken het bewijs voor de stelling dat het heelal aan het groeien is, en in een vroeger stadium veel kleiner was. Bovendien moet er vlak na de oerknal nog iets bijzonders zijn gebeurd, zogeheten inflatie. Hoe gedroeg het heelal zich toen, en wat voor modellen hebben we hiervoor? En hoe kunnen we deze testen door middel van observaties? Een belangrijke rol hierin speelt de kosmische achtergrondstraling. Deze straling is in een vroeg stadium van het heelal uitgezonden en kan nog steeds worden gemeten. De eigenschappen hiervan leren ons veel over het vroege heelal, vlak na de oerknal. De afgelopen jaren zijn er belangrijke nieuwe meetresultaten gekomen van de Planck-satelliet. Aan de hand hiervan weten we hoe het heelal er vlak na de oerknal uitzag. Hoe passen deze resultaten binnen de modellen, en wat leert dit ons over de oerknal?Prof. Dr. Diederik Roest is verbonden aan het Van Swinderen Instituut voor deeltjesfysica en zwaartekracht van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij groeide op in Veenwouden. |
28 oktober 2017 om 14.00 uur
|
|
Voorprogramma
|
|
Tegenwoordig zijn we gewend (verwend?) aan de mooiste foto’s van de planeet Mars zowel vanuit een baan eromheen als vanaf het Marsoppervlak. Vooral de foto’s van de MRO (Mars Reconnaissance Orbiter) die sinds 2006 in een baan om deze planeet draait maakt indrukwekkende opnames met een resolutie van één meter! Maar ook de Europese Mars Express maakt sinds 2003 de mooiste kleurenopnames.Maar hoe is het allemaal begonnen? De ouderen onder ons weten het zich misschien nog wel te herinneren: in 1965 passeerde de Mariner 4 voor het eerst in de ruimtevaartgeschiedenis deze planeet en maakte de eerste nogal wazige foto’s. Maar daar bleef het niet bij want in 1969 passeerden de Mariners 6 en 7 de planeet en maakten al foto’s met een hogere resolutie. Wil je echter langdurig onderzoek doen van een planeet dan moet je een sonde hebben in een baan om die planeet en dit geschiedde met de Mariner 9 in 1971. Dat deze satellieten hun stempel hebben gedrukt op het onderzoek van Mars blijkt wel uit het feit dat de beroemde Vallis Marineris (Mariner-vallei) naar de Mariner 9 is genoemd. In deze lezing gaat Jurjen wat dieper in op deze toch wel klassieke ruimtesondes.Jurjen Boersma is al jaren secretaris van onze vereniging Gemma Frisius en geïnteresseerd in alles wat met ruimtevaart te maken heeft. |
|
Hoofdlezing
|
|
Gemma Frisius werd geboren in Dokkum en leefde van 1508 tot 1555. Op jonge leeftijd bleek al dat hij zeer begaafd was. Hij studeerde geneeskunde en wiskunde aan de universiteit van Leuven en werd daar in 1541 hoogleraar. Frisius gaf les aan o.a. Mercator en Karel de V en publiceerde belangrijke werken over astronomie en geografie. Ook maakte hij zelf meetinstrumenten en verbeterde bestaande instrumenten. Hij deed veel waarnemingen aan planeten en sterren en beschreef door hemzelf gedane observaties van zons-en maansverduisteringen. De oudste in Nederland bekende Aard- en Hemelglobe zijn van zijn hand. Ook was hij de bedenker van de methode om op zee de geografische lengte te meten. Een universeel geleerde dus, de grootste die Friesland heeft voortgebracht. In de lezing zullen meerdere zaken met betrekking tot hem aan de orde komen en natuurlijk wordt een en ander geïllustreerd met beeldmateriaal.
Henk Nieuwenhuis was conservator van het Eise Eisinga Planetarium, er is een planetoïde naar hem genoemd en hij is al jarenlang een enthousiast lid van onze vereniging Gemma Frisius.
|
25 november 2017 om 14.00 uur
|
|
Voorprogramma
|
|
De bliksem blijft een fascinerend verschijnsel. De meeste mensen ondervinden toch minstens enige angst voor de felle lichtflits en het bijbehorende gekraak van de donder bij een inslag dichtbij. En iedereen weet dat je dan het beste binnenshuis kunt blijven. Dat de bliksem, naast angstaanjagend te zijn, ook een mooi schouwspel is bewijst Peter Elzinga met zijn fraaie foto’s. De omstandigheden om deze opnames te maken moeten gunstig zijn. Omdat het meestal om tijdopnames gaat moet het donker zijn en mag het nog niet regenen. Het liefst is er een vrij uitzicht over de horizon om een onweersbui langer te kunnen volgen, bijvoorbeeld in het Lauwersmeergebied. Peter gaat tijdens deze lezing, naast de technische details voor het maken van een goede foto, in op de ontwikkeling die zijn hobby in het verleden heeft doorgemaakt. Ook bespreekt hij wat minder bekende fenomenen zoals de zogenaamde sprites. Dit zijn vrij recent ontdekte elektrische ontladingen die zich kunnen afspelen bóven een onweerswolk. Lukt het de spreker om dit verschijnsel op een foto vast te leggen?Peter Elzinga (1979) is van kinds af aan gefascineerd door onweer/bliksem en alle andere bijzondere verschijnselen die Moeder Natuur ons zichtbaar en (soms onzichtbaar!) biedt. Deze fascinatie voor de natuur combineert hij met zijn grote hobby fotografie. Peter is lid van de werkgroep Astrofotografie, het samenwerkingsverband tussen Vereniging Gemma Frisius en de Volkssterrenwacht/Streekmuseum Burgum. |
|
Hoofdlezing
|
|
Storm, zware storm en orkaankracht worden aan de hand van metingen op 10 meter hoogte bepaald, maar welke meter overleeft dat of wie gaat dat meten? En hoe meet je orkaanwind boven zee?
Wind op zee wordt gemeten met behulp van radars aan boord van satellieten en deze worden, ook voor extreme condities, vergeleken met referentiemetingen. Dit zijn metingen op enkele windmasten wereldwijd, op boeien, maar ook vanuit vliegtuigen. De spreker heeft met de Amerikaanse hurricane hunters orkanen opgezocht om Europese satellietinstrumenten te ijken. Vanuit de speciaal toegeruste vliegtuigen (Lockheed P-3 Orion) worden windmetingen verricht op hoogte en nabij het oppervlak. In de lezing gaat de spreker in op de satellietmetingen, de orkaanvluchten en het vergelijken van de diverse metingen. Dr. Ad Stoffelen (1962) studeerde technische natuurkunde aan de Universiteit van Eindhoven. Sinds zijn afstuderen, in 1987, is hij verbonden aan het KNMI. In de periode tussen 1990 en 1994 werkte hij op het European Centre for Medium-range Weather Forecasts, ECMWF, te Reading in Engeland. Hier heeft hij satellietwindmetingen aan het zeeoppervlak afgeleid en toepasbaar gemaakt voor de weersvoorspelling.
|
27 januari 2018 om 14.00 uur
|
|
Voorprogramma
|
|
De (schijnbare) beweging van de zon bepaalt in belangrijke mate ons dag- en nachtritme en in mindere mate heeft ook de beweging van de maan (eb en vloed) directe gevolgen voor de aarde. Maar vanuit ons gezichtspunt zijn satellieten, ruimtevaartuigen, manen, planeten, sterren en sterrenstelsels allemaal in beweging waarvan we niets merken. Toch moeten we kennis van deze (schijnbare) bewegingen of banen hebben om satellieten de juiste richting en snelheid te kunnen geven. In deze lezing komen onder andere de volgende vragen aan de orde: Hoe kom je in een baan om de aarde? Kun je rechtstreeks naar het ISS reizen of is de baan veel ingewikkelder? Waarom wordt er een zogenaamde Hohmannbaan gebruikt om naar andere hemellichamen te reizen? Hoe komt het dat ruimtesondes versnellen als ze langs een planeet worden geslingerd? En wat verandert er aan de banen als we de zon zouden opsplitsen in twee sterren of zouden vervangen door een zwart gat?Albert van der Sluis is al een aantal jaren enthousiast bestuurslid van onze Vereniging Gemma Frisius. Hij heeft o.a. onze website ontworpen en is deze voortdurend aan het verbeteren. |
|
Hoofdlezing
|
|
Voor de radio-astronomie is een van de laatste, onbekende frequentiebanden het gebied beneden de 30 MHz. Wetenschappelijk gezien is dit een zeer interessant frequentiegebied, o.a. voor het bestuderen van in het rood verschoven radiogolven, afkomstig van waterstof uit het vroege heelal, de zogeheten dark ages. Dat is de periode tussen 370.000 jaar en enkele honderden miljoenen jaren na de oerknal, een periode waarin de eerste sterrenstelsels werden gevormd. Omdat er toen nog nauwelijks licht was maar er wel radiogolven waren, is dit een ideaal gebied om te onderzoeken in frequentiebanden van 30MHz. Helaas lukt dit niet vanaf de Aarde ten gevolge van invloeden van de ionosfeer. Het doel van het Nederlandse project OLFAR (Orbiting Low Frequency Array) is om een radiotelescoop in de ruimte te brengen. Deze zal bestaan uit een zwerm van honderden minisatellieten die in een baan om de Maan zullen draaien en op deze wijze een enorme radiotelescoop in de ruimte zullen vormen. Maar waarom in een baan om de Maan? Als de minisatellieten zich namelijk aan de achterkant ervan bevinden kunnen ze, afgeschermd door storingen van Aardse radiobronnen, hun metingen verrichten. Zodra ze daarna aan de voorkant zijn kunnen ze de data doorsturen naar de Aarde.Prof. dr. ir. Mark Bentum (Smilde, 1967) behaalde zijn MSc graad in Electrical Engineering aan de Universiteit van Twente in augustus 1991. In december 1995 haalde hij zijn PhD met zijn dissertatie Interactive Visualization of Volume Data, ook aan de Universiteit van Twente. In 1996 kwam hij in dienst van ASTRON waar hij diverse posities bekleedde. In 2005 was hij betrokken bij het eSMA-project in Hawaï voor de correlatie van de Dutch JCMT mm-telescope met de Submillimeter Array van de Harvard Universiteit. Van 2005 tot 2008 was hij verantwoordelijk voor de constructie van de eerste software telescope ter wereld namelijk LOFAR. In 2008 werd hij Associate Professor in de Telecommucation Engineering Group aan de Universiteit van Twente. Hij is lid van de IEEE, NERG, KIVI en de Dutch Pattern Recognition Society. Per 1 september 2017 is Mark Bentum benoemd tot hoogleraar Radio Science aan de Technische Universiteit Eindhoven. |
24 februari 2018 om 13.30 uur
|
|
VoorprogrammaALGEMENE LEDENVERGADERING |
|
HoofdlezingRichard Strom: Gamma-stralers: geschiedenis en de stand van zaken |
|
Gamma-stralers (Gamma-Ray Bursts in het Engels, of GRBs) zijn intense uitbarstingen van gammastraling van korte tijdsduur (typisch enkele seconden). Dit bijzondere verschijnsel werd ontdekt in 1967 door militaire satellieten van de VS die op zoek waren naar verboden kernbomproeven van de Sovjet Unie. Vervolgens duurde het bijna 30 jaar voordat de oorsprong van deze uitbarstingen bekend werd. Nu weten wij dat er twee types zijn waarvan er één zijn oorsprong in supernova explosies heeft, de ander is wellicht het gevolg van het samengaan van twee neutronensterren. In deze lezing wordt uitgelegd hoe men tot deze conclusie is gekomen, welke recente resultaten zijn bereikt en hoe astronomen gebruik kunnen maken van GRBs. De lezing eindigt met een speculatie over heldere optische flitsen van GRBs (de helderste tot nu toe kon zelfs met het blote oog waargenomen worden) en mogelijke historische waarnemingen ervan.Richard Strom is in de VS (New York) geboren en getogen. Na de middelbare school heeft hij een bachelors (in de natuurkunde) behaald aan de Tufts University. Na een jaar studie in Canada (Dalhousie University) ging hij naar Engeland waar hij promoveerde in de radiosterrenkunde (Jodrell Bank, Universiteit van Manchester). Sinds 1970 zit hij in Nederland, aanvankelijk bij de Leidse sterrenwacht, daarna in Dwingeloo als astronoom van de stichting ASTRON. Hij bekleedt ook een deeltijd hoogleraarschap (Universiteit van Amsterdam). Hij heeft onderzoek gedaan aan supernova-restanten, reuze radiostelsels, gammastralers, pulsars, Jupiter en andere onderwerpen. Na zijn emeritaat in 2009 is hij als gasthoogleraar verbonden aan de Nationale Sterrenwacht van de Chinese Academie in Beijing, evenals aan de National University of Singapore. Recentelijk is hij tot Fellow van het Institute of Physics te Singapore verkozen. |
24 maart 2018 om 14.00 uur
|
|
Voorprogramma
|
|
Tycho Brahe (1546-1601) kan de eerste echte astronoom genoemd worden vanwege zijn uitzonderlijk nauwkeurige positiemetingen aan een duizendtal hemellichamen zoals sterren en planeten. Met deze metingen kon Johannes Kepler zijn geocentrisch wereldbeeld berekenen en presenteren in de vorm van de drie wetten van Kepler. Weer later gaf Newton met zijn zwaartekrachttheorie de natuurkundige basis van deze wetten van Kepler. Dus zo bezien legde Tycho Brahe met zijn metingen (zonder telescoop!) de basis voor de moderne sterrenkunde. Tycho Brahe deed zijn waarnemingen op het eilandje Hven, gelegen midden in de Sont tussen Denemarken en Zweden. Dankzij de steun van de Deense koning kon hij er twee observatoria en een drukkerij bouwen waar tientallen mensen voor hem werkten. Tijdens een zeilvakantie in dit gebied rees de vraag of er op het eiland nog restanten te vinden waren die herinneren aan het verblijf van Tycho Brahe. Op het oorspronkelijke terrein bleek een nagebouwd observatorium te zijn, terwijl zich een museum bevindt in de naastgelegen kerk. Er zijn echter weinig tastbare herinneringen te vinden maar met enige verbeelding kan toch een aardig beeld worden verkregen over het verblijf van Tycho Brahe op deze plek.Wicher van der Heide studeerde anorganische materiaalkunde (vastestofchemie) aan de TUTwente en was vervolgens 37 jaar docent natuurkunde in Dokkum. |
|
Hoofdlezing
|
|
Op dinsdag 14 juli 2015 scheerde ruimtesonde New Horizons langs dwergplaneet Pluto. De scherpe opnamen openbaarden een onbekende wereld in de ijzige buitengebieden van ons zonnestelsel. In de afgelopen periode zijn geleidelijk alle beelden en andere wetenschappelijke data overgestuurd naar de Aarde. Nadat de baanbrekende foto’s een verrassend actieve wereld lieten zien, zijn de eerste wetenschappelijke analyses gemaakt. Hieruit is duidelijk geworden dat Pluto niet een dode onveranderlijke rotsklomp is, maar een intrigerende zichzelf vernieuwende dwergplaneet. De beelden geven aanwijzingen voor dynamische processen zoals een cyclus van bevroren stikstof en erosie door vloeibaar materiaal. Ook zien we stromende gletsjers en nevels die tot wel 130 kilometer boven het oppervlak reiken en een rode neerslag op Pluto veroorzaken. Het meest opvallende gebied is het grote hartvormige vlak, dat Tombaugh regio wordt genoemd naar de ontdekker van Pluto. Het is een enorme vlakte van bevroren stikstof, geschakeerd in opvallende segmenten met aan de randen 3 kilometer hoge bergen van waterijs. Sterrenkundige Marlies van de Weijgaert neemt het publiek mee op de reis die New Horizons heeft afgelegd door het zonnestelsel langs Pluto en zijn manen. Het ruimtevaartuig zelf zal in detail worden beschreven. De oogst aan recente wetenschappelijke ontwikkelingen en analyses zal in deze lezing worden gepresenteerd.
Marlies van de Weijgaert is sterrenkundige bij het Kapteyn Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze heeft een MSc in de sterrenkunde en is in 2017 afgestudeerd op een onderzoek naar de thermische eigenschappen van asteroïden in het zonnestelsel. Haar voornaamste interesses zijn het zonnestelsel en de exoplaneten. Ze werkt als coördinator van de Outreach Activiteiten van het Kapteyn Instituut en is projectmanager van SUNDIAL, een EU-onderzoeksproject in sterrenkunde en geavanceerde computertechnieken.
|