Agenda
Op de laatste zaterdag van de maanden januari, februari, maart, april, september, oktober en november worden de afdelingsbijeenkomsten georganiseerd.
Plaats : Oranje Hotel,
Leeuwarden
Tijd : 14:00 uur – 17:00 uur
September 2006
Gedeeltelijke maansverduistering 7 september 2006.
Afdeling De Wâlden van het IVN organiseert in samenwerking met Sterrenwacht Io en de KNVWS afdeling Friesland een lezing met aansluitend een waarnemingsavond rond de gedeeltelijke maansverduistering die dezelfde avond te zien is.
Het evenement zal plaatsvinden op donderdagavond 7 september 2006 vanaf 19.15 tot 22.00 uur op De Fûgelhelling te Ureterp. De toegang is gratis.
De lezing wordt gegeven door Klaas-Jan Mook, die niet alleen tekst en uitleg zal geven omtrent het fenomeen maansverduistering, maar afhankelijk van de tijd en de weersomstandigheden ook aandacht zal besteden aan het fenomeen “verduistering” zoals dat is te zien vanaf andere werelden dan de Aarde: Zijn er maansverduisteringen te zien vanaf Mars, of Jupiter? Komen er ook zonsverduisteringen voor op de andere planeten in ons zonnestelsel? Tot slot wordt er, opnieuw afhankelijk van de tijd en de weersomstandigheden, iets verteld over verleden, heden en toekomst van onze maan.
Tijdens de verduistering zelf (dat wil zeggen tussen 20.06 en 21.37) wordt gelegenheid geboden de maansverduistering te aanschouwen met behulp van professionele kijkers onder deskundige begeleiding van Gerrit Weenings, maar neemt u ook gerust uw eigen verrekijker en eventueel een zaklantaarn mee.
Contactpersoon voor deze avond is de heer Jan van der Wal van het IVN, 0512 543526.
Excursie 16 september 2006
Op 16 september 2006 vindt de jaarlijkse excursie plaats. Ditmaal gaat de reis naar het Klokkenmuseum in Frederiksoord en het Planetron in Dwingeloo. Voor verdere inlichtingen en inschrijving kunt zich wenden tot Henk Nieuwenhuis, Galjoen 26 te Franeker (0517 397983).
Voorprogramma lezing 30 september 2006
Vallen en opstaan: bloopers in het ruimteonderzoek!
K.J.J. Mook
Vele eeuwen aan onderzoek hebben een schat aan kennis van het heelal opgeleverd. Gaandeweg zijn er echter ook veel fouten gemaakt. Uiteraard gaat het hierbij voor een deel om theorieën die destijds heel aannemelijk waren, gegeven de stand van de kennis. Er waren echter ook een groot aantal gevallen die veroorzaakt werden door “wishful thinking”, nalatigheid, onkunde en ronduit bedrog, ook heden ten dage! We zullen eens uitgebreid aandacht besteden aan de fraaiste gevallen van dit soort “bloopers”.
Hoofdlezing 30 september 2006
The Gould Belt
Dr. J. de Bruijne
Reeds in 1847 merkte de astronoom Sir John Herschel op dat de heldere sterren aan de zuidelijke hemel niet symmetrisch ten opzichte van de Melkweg verdeeld zijn. Hij concludeerde dat het Melkwegvlak doorsnden wordt door een band van heldere sterren, welke grofweg langs een grote cirkel aan de hemel staan. In 1874 ontdekte Benjamin Gould dat Herschel’s band ook aan de noordelijke nachthemel te zien is. Gould bestudeerde de posities van de sterren en concludeerde dat ze een afgeplatte, ringvormige verdeling in de ruimte moesten vormen, met de Zon en de Aarde ergens in het binnenste. Deze structuur is sindsdien bekend als “Goulds Belt” (de riem van Gould). Latere studies hebben ons geleerd dat de Gould Belt een grootschalige locale structuur in onze Melkweg is, bestaande uit sterre, stof en gas. Er is bewijs dat de Gould Belt erg jong is (op zijn hoogst 60 miljoen jaar), en dat de Gould Belt vroeger veel kleiner was dan hij nu is. Met andere woorden de Gould Belt dijt uit. Dit maakt de Gould Belt een zeer geschikt object om onze kennis en theorieen aangaande de vorming en evolutie van sterren, stergroepen en structuur in onze Melkweg te toetsen.
De lezing zal de ontdekking en de geschiedenis van de situatie van de Gould Belt behandelen. Daarne zal ons huidige begrip van deze interessante structuur, mede gebaseerd op gegevens verkregen door de Hipparcos en ROSAT satellieten, aan bod komen. Vervolgens zal worden ingegaan op de verschillende theorieen die beschrijven hoe de Gould Belt vroeger ontstaan is, en hoe het de Belt in de toekomst zal vergaan.
Tenslotte zal het belang van de Gould Belt voor onze Melkweg worden besproken. Als toegift volgt een “sneak preview” in de toekomst: Europa heeft vergevorderde plannen voor een enorm satellietproject (Gaia) dat het Gould Belt enigma voor eens en voor altijd zal oplossen.
Persoonlijke achtergrond:
De spreker Jos de Bruijne heeft sterrenkunde gestudeerd, in 2000 promotie in Leiden, in 2000-2001 research fellow ESA (ESTEC, Noordwijk).
2001-heden: ESA staff, met als functie “Gaia system scientist/deputy project scientist”.
____________
Oktober 2006
Voorprogramma 28 oktober 2006
Archeologie en astronomie
H. Nieuwenhuis
In het oosten van Duitsland zijn de laatste jaren opzienbarende vondsten en ontdekkingen gedaan die nieuw licht werpen op de astronomiegeschiedenis van Europa. Er werd een bronzen sterrenschijf gevonden van 1600 jaar voor Chr. en een observatorium van ruim 4000 jaar voor Chr. De bronzen Nebra-schijf, genoemd naar de vindplaats Nebra, en het gevonden Goseck-observatorium duiden erop dat in west-Europa de astronomie al langer werd bedreven dan tot nu toe werd aangenomen. Op beide ontdekkingen zal in dit voorprogramma worden ingegaan en er zullen beelden van worden getoond. Tevens zal de spreker vertellen hoe en waarvoor ze werden gebruikt.
Hoofdlezing 28 oktober 2006
Getij op aarde en in het heelal
Drs. C. Veth
Voor de meeste mensen is het getij in de vorm van eb en vloed een bekend verschijnsel, maar velen realiseren zich niet dat het getij een astronomische oorsprong heeft.
In de voordracht worden diverse verschijnselen van het getij op aarde ver-klaard en toegelicht. Tot deze verschijnselen horen zaken als de spring-doodtij-cyclus, de dagelijkse ongelijkheid, de grote verschillen in getij op verschillende plaatsen op aarde, etc.
Er wordt ook teruggekeken naar het aardse getij in het verre verleden.
Daarna wordt een stap gemaakt verder de ruimte in waarbij diverse zaken in verband worden gebracht met getijdekrachten, bijvoorbeeld de verschillen tussen de Galileische maantjes van Jupiter, de ringen van Saturnus, inter-acties tussen melkwegstelsels en het getij nabij een zwart gat.
Getijdekrachten hebben een dominerende rol in het heelal.
Persoonlijke achtergrond:
De spreker, Kees Veth, heeft sterrenkunde gestudeerd, maar is sinds 1976 werkzaam als fysisch oceanograaf op het Kon. Nederlands Inst. voor Onder-zoek der Zee op Texel.
___________
November 2006
Voorprogramma lezing 25 november 2006
Expeditie Mars, de volgende grote sprong voorwaarts in het ruimteonderzoek?
K.J.J. Mook
Een bemande expeditie naar Mars spreekt van alle geplande ruimtevaartmissies verreweg het meest tot de verbeelding. Wekt het plan bij sommigen geestdriftige reacties op, anderen reageren echter met grote scepsis of ronduit afwijzend. Vanwaar deze sterke tegenstelling? Dat vraagt om een nuchtere analyse van de voor- en nadelen van een dergelijke expeditie. Ook de risico’s, psychologische en filosofische aspecten worden daarbij uiteraard niet buiten beschouwing gelaten. Aldus zullen we er hopelijk in slagen een goed beeld van een bemande reis naar onze buurplaneet te vormen, om aldus een oordeel omtrent de haalbaarheid te kunnen vellen.
Hoofdlezing 25 november 2006
De oerknal is lariekoek
Drs. R.H.A. de Jong
Niets in de sterrenkunde is zo wezenlijk als de afstandsbepaling. Bijna alle kennis die we opgebouwd hebben over het heelal, staat of valt met de afstand naar het hemelobject van onderzoek. Als je de afstand niet weet, weet je ook niet of het hemelobject in werkelijkheid groot of klein is. Zo dacht men in de 19e eeuw dat de ‘vlekjes’ die tussen de sterren staan zonnestelsels in wording waren i.p.v. sterreneilanden. De diameter van een sterreneiland is echter 100 miljard die van een gemiddeld zonnestelsel. Sinds Edwin Hubble zijn zogenaamde wet van Hubble opstelde (in 1921) is er binnen de wereld van de kosmologie een grote consensus ontstaan, dat het met die afstandsbepaling wel goed zit. Maar is dat wel terecht ….
De kosmoloog Halton Arp is altijd bezig geweest met die afstands-bepaling van vooral ogenschijnlijk misvormde hemelobjecten zoals Quasars en ‘botsende’ sterreneilanden. Volgens Arp is de wet die Edwin Hubble heeft opgesteld voor de afstandsbepaling op kosmologische schaal slechts schijn. Arp heeft een alternatieve verklaring voor de door Hubble opgestelde wet die tot de dag van vandaag als basis dient voor het uitdijende heelal. Ook al zijn deze ideeën zeker de moeite van het verder bestuderen waard, toch staat Arp vrij alleen in deze opvatting. Dat komt omdat alle ideeën t.a.v. de oerknal op de helling zal gaan als hij gelijk heeft. De wetenschap omtrent de oorsprong van het heelal zal weer bij af zijn. Sinds 1998 zijn er waar-nemingen dat ons beeld t.a.v. het heelal beslist heeft doen veranderen. Ook de oerknal is de oerknal niet meer.
Persoonlijke achtergrond:
De heer de Jong is afgestudeerd sterrenkundige aan de Universiteit Utrecht. Overdag is hij in de automatisering werkzaam als business consultant voor ERP-applicaties. ‘s avonds is hij veel gevraagd als docent voor sterrenkunde cursussen en lezingen in de breedste zin van het woord. Hij is gespecialiseerd in controversiele onderwerpen binnen de kosmologie.