Agenda 2024-2025

28 september in Tresoar

Voorprogramma:
Wicher van der Heide: een fundamentele natuurkundige grootheid: Entropie (deel 1)

Energie speelt in onze maatschappij een hoofdrol, dat weet iedereen. En er is een Wet van behoud van energie uit de 19e eeuw die beweert dat er geen energie verloren gaat en ook niet toeneemt. Waar maakt men zich dan druk om? Het antwoord is kort gezegd: de kwaliteit van de energie neemt af tijdens het gebruik ervan. Daarom is er steeds weer nieuwe hoogwaardige energie nodig. Om dit beter te begrijpen introduceerde de Duitser Clausius in 1865 de grootheid entropie en formuleerde hiermee de tweede wet: de entropie S neemt altijd toe bij een onomkeerbaar energieproces. Volgens Clausius neemt de entropie overal toe, op de aarde en in het heelal. We kunnen zeggen dat de mens geen energieverbruiker maar een entropiemaker is. De toenemende wanorde in de wereld is dan op te vatten als onvermijdelijke entropietoename. Voorbeeld: een ongekookt ei valt op de grond; vóór de val is de entropie laag, erna hoog omdat de wanorde is toegenomen. Een ander voorbeeld: de keurig gedekte eettafel vóór de maaltijd heeft een lage entropie terwijl deze niet-opgeruimde eettafel dirct na de maaltijd een hoge entropie heeft. Je wéét dat de tafel eerst keurig gedekt was dus  toenemende entropie levert dus óók de richting van de tijd! De Oostenrijker Boltzmann bracht in 1875 de entropie in verband met het gedrag van atomen en moleculen. Toenemende entropie betekent volgens hem dat het aantal microtoestanden toeneemt waardoor de tijd verstrijkt. Toch is dit niet het hele verhaal. Het lijkt er op dat we entropie op twee schalen moeten bekijken: op microscopische of moleculaire schaal en op macroscopische schaal zoals in genoemde voorbeelden. Tijd en entropie zijn namelijk emergente grootheden.            In deel 2 van dit onderwerp komt de fundamentele rol aan de orde die de entropie speelt in de moderne kosmologie.

Wicher van der Heide (1948) is al jarenlang voorzitter van de Vereniging Gemma Frisius. Hij studeerde anorganische materiaalkunde aan de Universiteit Twente en was vervolgens gedurende 38 jaar docent natuurkunde. Zijn belangstelling voor sterrenkunde ontstond toen hij op 14-jarige leeftijd van Sinterklaas het boekje “Welke ster is dat?” ontving.

 

HOOFDLEZING:

Arjen Dijkstra: Eise Eisinga tot Gemma Frisius. Het verhaal van het ontstaan van het Franeker Planetarium

Op jonge leeftijd toonde Eise Eisinga, de maker van het Franeker Planetarium, al interesse in de astronomie en de wiskunde. Het werd opgemerkt door zijn omgeving, waardoor hij volop de kans kreeg zich hier verder in te ontwikkelen. Daarmee sloot hij aan bij een lange Friese traditie die terug te voeren is op Gemma Frisius, de Franeker universiteit en het onderwijs in de Friese landen.

In deze lezing zal biograaf Arjen Dijkstra ingaan op het verhaal achter het ontstaan van het Planetarium en op het leven van Eise Eisinga. Wat weten we over deze ‘hemelbouwer’? We kunnen daardoor veel leren over de plek van wiskunde en wetenschap im Fryslân aan het einde van de achttiende eeuw.

Arjen Dijkstra (1979) is directeur van Tresoar, archief, bibliotheek en literatuurmuseum van Fryslân. Hiervoor was hij directeur van het Universiteitsmuseum Groningen. Dijkstra is gespecialiseerd in de geschiedenis van de wetenschap. Hij werkte acht jaar, met tussenpozen, aan een onderzoek naar het leven van Eise Eisinga. In 2021 publiceerde hij De Hemelbouwer. Een biografie van Eise Eisinga. Daarnaast publiceerde hij samen met Mark Hektor It Himelbouwerke, een kinderboek over het ontstaan van het Franeker Planetarium.

 


2 november in Tresoar

VOORPROGRAMMA:
Jacob Dijkstra: De eclips van 8 april 2024

Afgelopen april ben ik met een speciale eclipsgroepsreis weer naar de Verenigde Staten geweest met Govert Schilling als reisleider. Ik heb de eclips, op 8 april, gezien in Texas in de plaats Waco. Over deze reis en natuurlijk over de eclips wil ik jullie het één en ander vertellen en laten zien.

Jacob Dijkstra uit Bitgummole is sinds een aantal maanden de nieuwe penningmeester van Gemma Frisius. Hij heeft geen technische of natuurkundige achtergrond. Hij studeerde fiscaal recht in Groningen en had na zijn afstuderen diverse werkgevers. In 2007 nam hij het accountantskantoor, waar hij toen
werkte, gedeeltelijk over. Hij kreeg belangstelling voor astronomie door het lezen van het boek ‘een korte geschiedenis van de tijd’ door Stephen Hawking. En zo begon ook zijn belangstelling voor astronomische verschijnselen, waaronder een zonsverduistering. De laatste zichtbare zonsverduistering
in Nederland was op 30 juni 1954. In 1999 was Jacob met zijn vrouw in Virton België
De zonsverduistering daar maakte grote indruk op hem. In 2017 zag hij zijn tweede
zonsverduistering in de staat Oregon(VS) Deze reis bestond uit een driedaags
arrangement met als reisleider de Nederlandse astronaut André Kuipers. De
zonsverduistering was fenomenaal; onbewolkt en met een hele mooie corona.

 

HOOFDLEZING
Dr. Peter Bijl

De driehoeksverhouding tussen ijs, oceaan en klimaat, en wat het geschiedenisboek van het zuidpoolgebied ons daarover kan leren.

Antarctica is de meest afgelegen uithoek van onze aardbol, maar de klimaatverandering die zich daar voltrekt kan grote gevolgen hebben voor kustgebieden wereldwijd. Het gebied is in een complexe driehoeksverhouding verwikkeld tussen het landijs, het poolklimaat en de oceaan eromheen. Vanwege deze complexe driehoeksverhouding zijn verschillende scenario’s voor het afsmelten van de ijskap en dus zeespiegelstijging mogelijk, bij voortdurende opwarming van de aarde. Omdat we niet weten welk zeespiegelstijgingsscenario zich gaat voltrekken is het lastig om te bepalen of het uitgetekende beleid van bescherming volstaat. In mijn lezing gaat Peter Bijl in op de complexe driehoeksverhouding tussen ijs, oceaan en klimaat en zal hij laten zien wat we kunnen leren van het zuidpoolgebied in het geologische verleden. Want: Antarctica heeft in de afgelopen miljoenen jaren vaker fases gekend met warmer klimaat dan vandaag de dag, en ook fases met snelle opwarming en afsmelt. Door die geologische fases goed te bestuderen, kunnen we veel te weten komen van de natuurlijke respons van de driehoeksverhouding tussen ijs, oceaan en klimaat.

Peter Bijl is assistent Professor aan de Universiteit van Utrecht. Tijdens zijn promotieonderzoek heeft hij zich gericht op het reconstrueren van de klimaat evolutie van Antarctica en de zuidelijke Oceaan in haar overgang van de wereldwijde opwarming.


7 december in Tresoar

VOORPROGRAMMA

Henk Nieuwenhuis

Dany Cardoen, fenomeen in de amateur-sterrenkunde

Dany Cardoen heb ik zo’n 45 jaar geleden leren kennen toen ik hem opzocht in Belgie, waar hij rond Ieper op het platteland woonde. Dany had toen al een sterrenwacht met een telescoop met 40 cm spiegel. Hij maakte in de jaren rond 1975 al prachtige foto’s van de Zon, Maan en planeten, waarvan ik er een aantal zal tonen. Waarbij twee verhalen over deze foto’s wel heel bijzonder zijn. In de jaren die volgden bezocht ik hem geregeld en het contact werd vaker in 1978 en 1979. Ik had mij toen aangemeld om mee te gaan met een Belgische expeditie van amateurs die de totale zonsverduistering van 1980 zouden gaan bekijken. De voorbereidingen en briefings daarvoor werden alle in Ieper gehouden en zo maakt ik kennis met veel van de andere deelnemers.

Dany is altijd een kleurrijke figuur geweest en er zijn veel bijzondere verhalen over hem en zijn werk te vertellen. Rond 1982 verhuisde hij met zijn apparatuur naar een klein dorp in de Provence om daar een sterrenwacht te realiseren. Die keuze was in de eerste plaats om bij betere atmosferische omstandigheden te kunnen waarnemen. Hij verbouwde een ruïne tot een verblijf waar amateurs konden verblijven en ’s nachts konden waarnemen met zijn telescopen. Binnen korte tijd wisten veel amateurs uit heel Europa hem te vinden en was het daar altijd een gezellige drukte.

Henk Nieuwenhuis was conservator van het Eise Eisinga Planetarium en is erelid van de Vereniging Gemma Frisius. Henk heeft al talloze lezingen voor de vereniging verzorgd en ook bestuurswerk  verricht. Planetoïde nr. 7541 is naar hem genoemd en van zijn hand verschijnen regelmatig artikelen in het tijdschrift Zenit. Tevens is Henk de herontdekker van de meteoriet ‘Diepenveen’.

 

HOOFDLEZING:

Dr. Jelle Aalbers

Detecties neutrino’s en op zoek naar donkere materie

Ruim dertien miljard jaar geleden creëerde de oerknal ongeveer tien miljard maal meer materie dan er vandaag de dag door het heelal zweeft. Tegelijkertijd ontstond er een net zo duizelingwekkende hoeveelheid antimaterie, dat snel in het niets annihileerde met zijn tegenhanger. Dit had zomaar het kortste en enige verhaal kunnen zijn in het Universum, ware het niet dat een kleine asymmetrie in de
verhouding tussen materie en antimaterie ervoor zorgde dat een tien-miljardste deel overleefde. Daaruit is het heelal ontstaan zoals we het nu kennen, inclusief een diersoort die een verklaring probeert te vinden voor deze mysterieuze asymmetrie.

Het is één van de grote fundamentele vraagstukken in de deeltjesfysica, samen met de aard van
donkere materie en het raadsel rond neutrino’s die oscilleren tussen drie verschillende types.

Dr. Jelle Aalbers werd op 1 oktober 2023 benoemd tot assistent professor met
een onderwijsprofiel aan de VSI in de Cosmic Frontier. Jelle werkt aan de
zoektocht naar donkere materie: de mysterieuze substantie die verder gaat dan
het standaardmodel dat ons universum bij elkaar houdt. Hij hoopt donkere
materie te vangen, die van xenon atomen afstuitert, in grote detectoren diep
onder de grond onder de Italiaanse Apennijnen


25 januari 2025 in Tresoar

 We beginnen met de Algemene Ledenvergadering

HOOFDLEZING (begint 14.45 uur)

Prof. Dr. Rudy Wijnands

Extreme fysica in en rond neutronensterren

Neutronensterren zijn zeer compacte sterren. Ongeveer anderhalf keer de massa van de zon is in een neutronenster samengeperst tot een bal met een diameter van slecht 20 kilometer. Daardoor loopt de dichtheid in een neutronenster zeer hoog op, veel hoger dan wat we op Aarde kunnen maken. We weten daarom ook niet hoe materie zich gedraagt bij zulke extreem hoge dichtheden en neutronensterren zijn de enige mogelijkheid om materie onder zulke omstandigheden te bestuderen. Ook treden er allerlei algemeen relativistische effecten op nabij een neutronenster. Als een neutronenster in een dubbelstersysteem zit, kunnen er nog meer extreme effecten optreden, zoals het uitzenden van grote hoeveelheden zwaartekrachtstraling tijdens het samensmelten van twee neutronensterren. Tijdens deze lezing zal een overzicht worden gegeven over de extreme natuur- en sterrenkundige processen die plaats vinden in en rond neutronensterren.

Rudy Wijnands is een Nederlandse astrofysicus. Hij is sinds 2017 hoogleraar aan de Universiteit v Amsterdam in Observationele Hoge-Energie Astrofysica. In het bijzonder Relativistische Compacte Objecten


22 februari in Tresoar

VOORPROGRAMMA:

Bauke Zijlstra

Iets over Aristarchos, Ptolemaeus en Copernicus

 “Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts geleefd worden”, houdt de 19e eeuwse Deense filosoof Søren Kierkegaard ons voor.
Vanmiddag dalen we af naar de 3e eeuw voor Christus, naar de wereldstad Alexandrië waar Aristarchos van Samos zijn heliocentrisch wereldbeeld presenteert. En we brengen vijf eeuwen later een bezoek aan Ptolemaeus die, opnieuw in Alexandrië, een werk publiceert waarin niet de zon, maar de aarde het middelpunt van het heelal is. Zijn geocentrisch wereldbeeld houdt stand tot aan het eind van de middeleeuwen en wordt pas na een hoop gedoe terzijde geschoven ten gunste van een door Copernicus ontworpen heliocentrisch model.

In de 20e eeuw beschrijft de filosoof Thomas Kuhn hoe wetenschap in het verleden gestalte kreeg en langs welke fasen deze zich gaandeweg ontplooide. Ik wil proberen die ontwikkeling te schetsen aan de hand van de sterrenkundige prestaties van Aristarchos, Ptolemaeus en Copernicus.

Bauke Zijlstra studeerde filosofie aan de RU te Utrecht.  Lang, lang geleden werd hij door Dik de Vroet uitgenodigd voor een avondje sterrenkunde bij onze vereniging. Sindsdien is hij blijven hangen, niet alleen omdat de onderwerpen hem boeien, maar ook om zijn kennis van de beta-vakken een beetje op peil te houden.

HOOFDLEZING:

Kosmologie

Met de ontdekking van de kosmologische achtergrondstraling, het nagloeien van het hete en dichte heelal, in 1964, werd de fundatie gelegd voor de moderne kosmologie. Sinds die ontdekking weten we dat het universum voor het grootste deel bestaat uit donkere materie en energie en dat het vroege heelal in slechts 10 tot de macht -33 secondes(0.000000000000000000000000000000001 sec) uitdijde met maar liefst een factor 10 tot de macht 26 (10000000000000000000000000)!  Deze baanbrekende ontdekkingen roepen uiteraard ook weer grote vragen op: wat is donkere materie, waarom is er zoiets als donkere energie en wat gebeurde er precies in het vroege heelal? Deze vragen en meer proberen we nu te beantwoorden met nieuwe metingen van de kosmologische achtergrond straling. Ik zal toelichten hoe we dat doen en wat we hopen te leren in de nabije en verre toekomst.

Daniel Meerburg is Assistant Professor bij het Van Swinderen Institute for Particle Physics and Gravity aan de Universiteit van Groningen


29 maart in Tresoar

VOORPROGRAMMA:

Jurjen Boersma

Het Ranger-programma

Het Ranger programma dat liep van augustus 1961 tot maart  1965 was een serie ruimte sondes met als doel het maken van foto’s van het Maan oppervlak. De Rangers waren echter niet de eerste sondes die de Verenigde Staten naar de Maan stuurden, die eer was behouden aan een serie Pioneers waarvan de meeste mislukten of slechts gedeeltelijk slaagden. Die Pioneers moet je ook meer zien als ad hoc lanceringen met als doel om de Sovjet Unie een primeur af te snoepen.

Ranger was het eerste samenhangende ruimte programma met als doel de bestudering van de Maan. Aanvankelijk was het een zuiver wetenschappelijk programma met verschillende meetinstrumenten aan boord en zelfs een capsule met daarin een seismometer die een min of meer zachte landing op de Maan moest maken !
Echter na de beroemde toespraak van J.F. Kennedy tot het Amerikaanse congres in 1961 (I believe that this nation…enz enz.) werd het programma ingelijfd bij het Apollo programma met het voornaamste doel het maken van foto’s en niets anders. De eerste 6 lanceringen mislukten jammerlijk alleen de laatste 3 waren een doorslaand succes en dat was maar goed ook want al die mislukkingen had het Jet Propulsion Laboratory die verantwoordelijk was voor het programma bijna de kop gekost.

Al met al kun je achteraf toch zeggen de Rangers een belangrijke rol in de ruimtevaart geschiedenis hebben gespeeld.

Jurjen Boersma was jarenlang secretaris van de Vereniging Gemma Frisius. Hij heeft zich gespecialiseerd in ruimtevaart en satelliettechniek.

HOOFDLEZING:

Prof. Thijs van der Hulst

De rol van waterstof in melkwegstelsels, toen en nu in het Heelal

Waterstof is het meest voorkomende element in het Heelal en kan op
verschillende manieren worden waargenomen. Heet waterstof in het
visuele deel van het spectrum, koel atomair en moleculair waterstof
met radiotelescopen die werken in het cm en mm golflengtegebied.
Waterstof in melkwegstelsels is het primaire materiaal voor de vorming
van sterren en de hoeveelheid waterstof die aanwezig is bepaalt
hoeveel sterren in melkwegstelsels worden gevormd. Sterren op hun
beurt beïnvloeden hun directe omgeving, met name de massieve sterren
die als supernova exploderen aan het eind van hun bestaan, verdrijven
het gas uit hun omgeving. Dus waterstofgas en sterren vormen een
onafscheidelijk koppel en beïnvloeden elkaar voortdurend gedurende het
bestaan van een melkwegstelsel. Dit samenspel is meer en meer
onderdeel geworden van moderne studies van de evolutie van
melkwegstelsels en kennis van de verdeling en de bewegingen van het
waterstofgas speelt hierbij een belangrijke rol.
Op grotere schaal wordt de evolutie van melkwegstelsels beïnvloed door
de omgeving waarin ze zich bevinden, met name hoeveel andere
melkwegstelsels er in de buurt zijn. De evolutie van melkwegstelsels
verloopt anders in ‘dichtbevolkte’ gebieden dan in de meer ‘verlaten’
delen van het heelal. Waarnemingen van waterstof in en tussen de
melkwegstelsels speelt een belangrijke rol in het nader bepalen van
hoe de omgeving de evolutie van melkwegstelsels beïnvloed.

Doel van de lezing is deze processen nader toe te lichten en te
illustreren aan de hand van de nieuwste gegevens die zijn verzameld
met nieuwe grote radiotelescopen.

Thijs van der Hulst heeft zich gespecialiseerd in Radiosterrenkunde, structuur en Evolutie v Melkwegstelsels, Interstellair Medium, Neutraal Waterstof in Melkwegstelsels. Hij werkt aan de Universiteit Groningen aan de faculteit Science and Engineering.


12 april

LEDENEXCURSIE

Bestemming nog niet bekend.  Dat wordt nog bekendgemaakt op de bijeenkomsten en op de website.